Implantaten
Binnen de implantologie bestaan er geen ‘standaard’ behandelingen. Elke situatie zal individueel worden bekeken en voorbereid. Planning is zeer belangrijk binnen de implantologie om tot een goed resultaat te komen.
Indien een tand of kies, om welke reden dan ook, verloren is gegaan kan er de mogelijkheid bestaan deze te vervangen door een implantaat (titanium kunstwortel) met daarop een kroon of enige andere prothetische constructie. Het voordeel van een implantaat is dat eventueel gave buurelementen hierdoor niet opgeofferd hoeven te worden om als pijler voor bijvoorbeeld een brug te dienen. Op deze manier wordt het probleem dus individueel opgelost zonder andere tanden of kiezen daarbij te belasten. Een Implantaat is echter niet in elke situatie toe te passen. Uw tandarts vertelt u graag over de mogelijkheden rekening houdend met uw gebitssituatie.
Bot is de dragende structuur voor een tand of kies en dus ook voor een implantaat. Bij het plaatsen van het implantaat wordt in de meeste situaties het tandvlees van het bot afgeschoven om zo de kwaliteit en de contour van het bot goed te kunnen beoordelen.
Door gebruik te maken van een “backwards-planning” behandelstrategie, wordt van ter voren de meest ideale positie (functioneel en esthetisch) voor het implantaat bepaald.
Door middel van een boor wordt zowel in de lengte als de breedte ruimte gemaakt voor het implantaat. Dit gebeurd meestal met een boormal om de positie die tijdens de planning werd bepaald precies over te brengen in de mond. Teneinde wordt het implantaat op z’n plaats gedraaid.
Wanneer het implantaat vastgezet is in het kaakbot wordt de stabiliteit van het implantaat gecontroleerd.
Het implantaat wordt bij een 2 fase behandelmethode afgesloten met een ‘coverscrew’ en bij een 1 fase behandelmethode met een ‘healing abutment’.
Bij een 2 fase behandeling wordt na het afsluiten van het implantaat met de coverscrew het tandvlees weer volledig over het implantaat heen gesloten.
Na een genezingsperiode van 3mnd dient deze coverscrew weer opgezocht te worden om vervolgens een healing abutment te kunnen plaatsen om het tandvlees rondom het implantaat een mooie contour te geven. Dit gebeurt dus bij de 1 fase methode eigenlijk meteen na plaatsen door het tandvlees om de healing abutment heen te hechten. Hierdoor wordt er dus een stap overgeslagen. Dit is helaas niet altijd mogelijk. Voor welke methode gekozen zal worden is afhankelijk van de situatie.
Fase 1:
Fase 2:
Na 3 maanden is een implantaat meestal voldoende geheeld om te kunnen belasten. Hiervoor dient het implantaat voorzien te worden van een (custom) abutment en een kroon. Dit betekent dat de positie van het implantaat in de mond 1 op 1 gekopieerd dient te worden naar een gipsmodel zodat de tandtechnicus de kroonconstructie kan vervaardigen. Er wordt een special afdrukabutment op het implantaat geschroefd waarna afdrukmateriaal om het abutment heen wordt gespoten. Met een afdruklepel wordt vervolgens de hele kaak en het abutment in een siliconemateriaal gekopieerd.
Wanneer het afdrukmateriaal hard is wordt de lepel uit de mond verwijderd en wordt de afdrukabutment losgeschroefd om samen met het techniekwerk naar de tandtechnicus gestuurd te worden. De healing abutment wordt weer op het implantaat geschroefd en de afdrukprocedure is afgerond.
Voor het plaatsen van de kroon wordt eerst de healing abutment losgeschroefd van het implantaat. Vervolgens wordt het ‘custom-made’ abutment vastgeschroefd volgens de richtlijnen van de fabrikant. Het schroefgat van het abutment wordt op een speciale manier afgesloten zodat de schroef ten alle tijden toegankelijk blijft indien dit om welke reden dan ook nodig zou zijn. Vervolgens wordt de kroon gepast en geplaatst.